-
1 cover up
n. bewaken,dekken,verzekeren--------v. overdekken,afdekken; dekken (iemand beschermen,verstoppen)cover up♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verdoezelen ⇒ wegmoffelen, verhullen♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский